Opa… pff

Opa….pff

Dat heb ik niet in mijn hand. Tien kleinkinderen en de oudste is vijf jaar. Als ze allemaal thuiskomen…pff. Een voorrecht, zult u zeggen. Ik ben niet getrouwd, dus dat zal ik voorlopig zo niet beleven. Ons huwelijk bleef zonder kinderen en dus blijft het binnenstormen van kleinkinderen ook niet aan de orde. Als je kind ziek wordt en sterft, wordt het een heel ander verhaal. Kinderen, een voorrecht.

Opa-zijn. De één wordt er wel en de ander niet toe ‘geroepen’. Opa-zijn is een roeping. Als je opa bent, heb je je wel als opa te gedragen. Kleinkinderen verwachten dat je tijd voor hen hebt. Soms ‘verwachten kinderen dat je oppas-opa bent. Je hoopt dat ze graag je komen en…je vindt het prima als ze weer naar huis gaan (!).

Maar er is meer. Veel meer. Cocky (relatie avonden) maakte de opmerking dat je nooit ex-vader wordt. Dat geldt dus ook voor een opa, voor mij. Ik ben nooit een ex-opa. Hoe ben ik opa? De Schepper bracht mij de wereld binnen via mijn ouders en die lijn kun je doortrekken naar volgende geslachten. Zo ben ik aan mijn kleinkinderen gegeven als hun opa. Wat gaaf. Een gave. En…een opgave. Een roeping.

Ik kom tientallen senioren tegen. Velen vertellen over kinderen en kleinkinderen. Het komt er in de veel situaties op neer: ‘dominee…ze doen nergens meer aan’. ‘Mijn kleinkinderen zijn niet meer gedoopt’. Vult u maar in. Wat moet ik er aan doen?

Opa-zijn is een feit. Het is ook een opgave en een roeping. Een hoogbejaarde oma mailde en appte met haar verslaafde kleindochter. Zij was de enige die haar nog bereikte. Zij had altijd in liefde naar haar gevraagd. Zij op haar beurt luisterde alleen nog naar oma. Op oma’s sterfbed pakte zij haar kleindochter flink aan. Haar eigen dochter en schoonzoon zaten er bij. In liefde kon er veel. Je moet wel durven. De kleindochter zal het nooit vergeten.

Als opa moet ik niet gaan preken. Dat wordt van mij in de kerk wel verwacht, thuis niet. Daar mag ik iets laten zien van de Vader in de hemel zodat mijn kleinkinderen aanvoelen dat opa gelooft in de Heere Jezus. Samen met oma voorleven wat vergeven is. Op geschikte momenten iets laten merken van hoop en verwachting.

Ik wist niet dat het zo moeilijk was. Leiding geven aan een gemeente, dat is best zwaar werk, maar veel kun je leren en soms leer je het nooit en moet je weer opnieuw beginnen. Preken is een vak. Je moet er gaven voor hebben en die ontwikkelen. Tot op zekere hoogte kun je dat ook nog leren. Volmaakt is het nooit. Maar opa-zijn is van een andere orde….pff.

Ik begin al die senioren een beetje te begrijpen, zie zich zorgen maken om kinderen en kleinkinderen voor wat betreft de overdracht van het geloof. Niet dat onze kinderen niet meer meeleven. Dat wel. Wij danken God er voor. Maar weten mijn kleinkinderen wel wat en hoe ik geloof? Wat is de meerwaarde dat ik hun opa ben?

Misschien moet ik meer met ze spelen, praten, fietsen. Als ik niet meer voor hen bidt en oma niet meer en hun ouders druk zijn en hun agenda’s steeds voller worden. De oudste kleinzoon is al aan een zwemdiploma toe. De rest volgt. Druk. Druk. Druk. Op weg naar de bul. Dan begint het, of gaat het door….

Is er een cursus ‘opa-zijn’. Na de geboorten klonken ja-woorden. We waren er bij. Zondag nog in Den Haag. Mooi. Ik zei eigenlijk ook ‘ja’ als opa. Ik moet er toch wat meer werk van gaan maken. Het mag. Best zwaar. Pff…! Jezus zei: ‘ Ik ben met u…alle dagen!’

april 2017

Ds. F. van Roest