Ik ben maar een schakeltje
Een ketting is zo sterke als de zwakste schakel. Het beeld is helder. Je hebt een mooie, misschien wel heel dure ketting. Zilver of één van goud. Er zit echter een zwakke schakel tussen. Hoe kostbaar het juweeltje van een ketting ook is, deze kan zomaar breken. Eén zwakke schakel en alles is waardeloos.
Ik ben ook een schakel. Ik sta in verbinding met mensen in de gemeente en in de kerk. Via mij lopen er allerlei contacten. Ik neem de telefoon op. Ik maak afspraken. Ik beantwoord vragen.
Ik ben ook een schakel in mijn familie. Ik sta in contact met broers en zussen, neven en nichten, ooms en tantes. Ik moet die contacten ook onderhouden. Als ik niet meer reageer, bel, meeleef, contactmomenten bezoek, wordt door mijn nalatigheid de familieband zwakker.
Ik ben ook een schakel in mijn eigen gezin. Verbonden met mijn vrouw, onze kinderen, hun echtgenotes en ook met kleinkinderen. Zij zijn net als ik verantwoordelijk voor de verbinding, maar ik dus ook. Dat is mijn verantwoordelijkheid.
Hoe ben ik een schakel in de gemeente, mijn familie en mijn gezin? Trouwens, wie heeft mij ingeschakeld? Wie heeft verbindingen gemaakt in de gemeente en in de familie? Wie heeft anderen met mij en mij met anderen verbonden? Wie? Ik geloof heilig dat God de Vader mij inschakelde in die verbanden. Over verbinding gesproken.
In dit kader spreekt de Bijbel over verbinding, verbond, van generatie op generatie. God Zelf is de God van het verbond, Heere, de God Die werkt in de lijn van geslachten. Hij plaatste ons op de schouders van ons voorgeslacht. Onze kinderen zitten op onze schouders. God draagt voorgeslachten en komende generaties door nacht en storm. Wij beleven een verwarrende wereld die steeds meer weg heeft van de chaos waar wij uit voortkomen en naar toe op weg zijn. En ik ben daarin een schakeltje?
Het dienstmeisje van zijn vrouw maakte Naäman attent op de profeet in Samaria. Bij Elisa gekomen moet hij zich zeven keer onderdompelen in de Jordaan. Dat weigert hij, maar dan dringen zijn knechten bij hun meester aan dit wel te doen. Het meisje en de knechten waren schakeltjes. Zij leidden tot genezing.
Tijdens de seideravond vraagt een kind: Waarom is deze avond anders dan alle andere avonden? Wat volgt is het verhaal van de uittocht. Zo onderwijzen ouders kinderen tijdens de Pesach. In dat leerproces vormen kinderen een schakel. Ouders dragen hun verantwoordelijkheid.
Psalm 78 spreekt over: Wij zullen verborgenheden niet verbergen voor kinderen, maar de grote daden van God hen vertellen. In de kleine kring van het gezin, in de grotere verbanden van de familie en in wijde omtrek van de gemeente. Wij zijn, ik ben een belangrijke schakel.
Met het oog op gezin, generaties, gemeente en geloof schakelt mijn Schepper, Die ook in Christus mijn God en Vader is, mij in. Ik moet en mag een schakeltje zijn. Dit mag ik niet aan anderen overlaten, maar het is eenvoudig mijn roeping.
Ik maak die ander wegwijs: verkeer, politiek, internet, sport, vrienden. Ik leg uit. Ik stimuleer langs het sportveld. Ik volg hun leerprestaties en leef mee in hun carrière. Ik ben trots op wat zij bereiken. Zij bereiken soms meer dan ik bereikt heb.
Ik ben een schakeltje naar Jezus? Ik zou meer kunnen vertellen. Ik zou meer met hen en voor hen kunnen bidden. Ik zou levende gesprekken met hen kunnen voeren. Ik zou hen kunnen bevragen en zij mij. Ik zou verborgen dingen hen kunnen uitleggen. Ik moet die geheimen dan wel zelf kennen. Mogelijk zit het hierop vast, dat ik een zwak schakeltje ben, dat ik het zelf niet weet, niet geloof. Geen wonder dat de ketting zwak is en breekt, juist bij mij. Jammer voor je gezin, voor je familie en voor de gemeente. Dat is nou echt zonde.
‘Ik geloof, maar kom mij in mijn ongeloof te hulp. Maak mij tot een stevig schakeltje. Dat toch niet door mijn toedoen, de ketting breekt’.
november 2021
Ds. F. van Roest