Onderweg
Psalm 49:7-12
Zij vertrouwen op hun vermogen en roemen op hun grote rijkdom. Maar niemand van hen kan zijn broeder ooit verlossen; hij kan God zijn losgeld niet geven, – want de verlossing van hun ziel is te kostbaar en zal in eeuwigheid ontoereikend zijn – zodat hij voor eeuwig verder zou leven, en het verderf niet zou zien. Want hij ziet dat wijzen sterven, dat een dwaas en een onverstandige samen omkomen en hun vermogen aan anderen nalaten. Hun diepste gedachte is dat hun huizen eeuwig zullen bestaan, hun woningen van geslacht tot geslacht; zij noemen de landen naar hun naam.
Wij zijn allemaal onderweg, op weg naar ons eeuwig huis. Iedere dag dat we leven, is een stapje in die richting. In de regel zijn wij ons dat nauwelijks bewust. Zeker als we nog jong zijn en het leven nog voor ons ligt. Of als we gezond en wel midden in het leven staan. Zelfs als we inmiddels ouder geworden zijn en het leven voor een groot deel achter ons ligt, hebben we er vaak nog moeite mee om ons te realiseren dat die laatste verhuizing met de dag dichterbij komt. Iemand zei hierover: ‘Niets is zo zeker, maar niets zo moeilijk om onder ogen te zien.’
Psalm 49 verwoordt heel treffend hoe een mens er in de regel over denkt: ‘Hun diepste gedachte is dat hun huizen eeuwig zijn.’ Dat geldt niet alleen voor ongelovigen. Ook gelovigen hebben daar last van. Natuurlijk, als je even nadenkt, weet je wel dat je hier niet altijd zult blijven, maar het voelt vaak anders. Als vanzelf – en dat zit heel diep – leef je alsof er nooit een eind aan komt. Daarom valt het ons vaak rauw op ons dak, als het einde zich onontkoombaar aandient… Geen mens komt er onderuit. Met niets is het af te kopen.
Eeuwig Levende, U bent de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde. We bidden U: leer ons onze dagen te tellen, opdat wij een wijs hart krijgen. In Jezus’ Naam. Amen.
Uit: De hemel dichterbij, door ds. P.J. Visser