De laatste blik
Openbaring 21,1
En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde…
Op een overweldigende manier kreeg Johannes zicht op de toekomst. Na alle visioenen die hij te verwerken kreeg, wordt hem ten slotte een laatste blik vergund op de wereld van morgen: op de werkelijkheid die God in Christus door het oordeel heen schept. Samen met hem kijken we naar wat er van hemels wege voor onze ogen oplicht. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde: een totaal vernieuwde kosmos met de aarde als stralend middelpunt.
Beeldend wordt beschreven hoe het er daar uit ziet. Er is geen zee: dus geen golven van ramp meer die over ons heen rollen en geen duistere diepten meer die ons opslokken. Vanuit de hemel daalt Jeruzalem neer: heel de aarde wordt stad van God, vol van Zijn shalom. De stad is versierd als een bruid voor haar man: ze wordt bevolkt door hen die Christus kocht met Zijn bloed en van nu af aan zich helemaal aan Hem geven en voor Hem leven. God Zelf slaat er Zijn tent op: Hij is niet langer op afstand, maar zo nabij dat we als het ware zomaar bij Hem in en uit kunnen lopen. Het wordt voluit werkelijkheid: Hij onze God en wij Zijn volk, Hij onze Vader en wij Zijn kinderen. En als zodanig krijgen wij deel aan de Goddelijke natuur (vgl. 2 Petr. 1:4). Waar je ook kijkt, nergens zie je iemand die kwaad doet of in tranen is. Er blijkt niets meer te zijn wat om te huilen is. Wat het nu maar niet worden wil op aarde en in ons leven, ondanks moeite en inspanning, is het dan zonder meer: een paradijs!
De beschrijving van de stad is eindeloos (vs. 10 e.v.). Wat een rijkdom, pracht en praal. Het gaat iedere vergelijking te boven. Zelfs Dubai valt er compleet bij in het niet. Het belooft ons één ding: we zullen daar en straks alle armoe te boven zijn. Zonder onderscheid zullen we allemaal ‘wonen op stand’. De hoge muren garanderen volkomen veiligheid. De twaalf poorten, drie naar elke windrichting, laten zien dat de toekomstige burgers van alle kanten zullen binnenstromen. Apart genoeg is er in dit Jeruzalem geen tempel: geen afgezonderde plek om God onder ogen te komen. Mooi! Er is geen verschil meer tussen heilig en profaan. Heel het leven speelt zich van nu aan af voor Gods aangezicht. Alles kan het daglicht van God verdragen. De nacht zelf met al het onheilspellende is daar voorbij. Intussen dragen de volken hun eer en heerlijkheid daar binnen. Wat dat is? Niets anders dan Gods eigen werk, gedaan uit liefde voor Hem. Dat houdt zijn waarde en blijft eeuwig bestaan. Dat goede werk komt daar tot voltooiing. Tegelijk komt er niets binnen wat onrein is. Al wat niet deugt, blijft buiten. De strijd van nu, vóór het goede en tégen het kwade, is dan gewonnen!
Het blijft als met plaatjes uit een reisgids. Ze geven je een beeld. Doen het nodige vermoeden. Maken dat je ernaar uit gaat kijken. Maar hoe het echt is, weet je pas als je er bent. In dit geval kan ik wel één ding beloven: je zult niet weten wat je ziet…
Vader, Zoon en Geest, lof, eer en aanbidding voor de toekomst die U ons belooft en bereidt. Maranatha – kom Here! Amen.
Uit: De hemel dichterbij, door ds. P.J. Visser