Ons leven als een open boek

Openbaring 20:12

Ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het Boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, naar hun werken.

Als wij sterven, gaat het boek van ons leven niet dicht, zoals weleens wordt gezegd. Nee, de Bijbel vertelt ons dat de boeken juist opengaan. Met dat er een punt wordt gezet, komt mijn leven van a tot z aan het licht. Als de boeken van God opengaan, ligt mijn leven als een open boek op tafel. Ons leven hier en nu is als het ware het eerste hoofdstuk van  ons  bestaan  en  wat  daarin  staat geschreven, is doorslaggevend voor het vervolg. Was er op enig moment sprake van bekering en vergeving, van verzoening met God in Jezus of niet? Of was je daar niet van gediend en bleef je liever wie je van huis uit was: een onverbeterlijke zondaar? Dat zal alles uitmaken. Want, zo lezen we, ‘als iemand niet bleek geschreven te zijn in het Boek des levens, werd hij in de poel van vuur geworpen’ (Openb. 20:15).

Deze beeldspraak laat duidelijk zien dat je over de grens van de dood volop en voluit herinnerd zult worden aan wat er daarvoor plaatsvond. Soms hoor je wel dat mensen die op de rand van de dood zijn geweest hele stukken uit hun leven als in een flits aan zich zagen voorbijgaan. Zou dat geen voorbode kunnen zijn van wat er uiteindelijk gebeuren gaat? Zoals de vooraankondiging van een film waarin je al wat fragmenten voorbij ziet komen van het verhaal dat straks helemaal op doek verschijnt? Hoe het ook zij, één ding is zeker: in het licht van Gods aangezicht zal de hele film van mijn leven voor me worden afgedraaid en zie ik scherper dan ooit, door Gods ogen, wie ik was en wat ik deed. En vooral ook of ik mij op enig moment overgaf aan Gods liefde in het Lam, of niet…

Vader, U die onze heimelijke zonden stelt in het Licht van Uw Aangezicht, ontferm U over ons, in Christus, het Lam dat al onze zonde wegdroeg en als geslacht voor Uw troon staat. Opdat wij leven zullen, nu en eeuwig. Hoor ons in Uw erbarmen. Amen.

Uit: De hemel dichterbij, door ds. P.J. Visser