Strijd om in te gaan
Lukas 13:23, 24
En iemand zei tegen Hem: Here, zijn het weinigen die zalig worden? En Hij zei tegen hen: Strijd om binnen te gaan door de nauwe poort, want velen, zeg Ik u, zullen proberen binnen te gaan en niet kunnen.
Wat gebeurt er dan met al die mensen die nooit van het evangelie hebben gehoord? Die mensen kunnen er toch niets aan doen dat zij niet tot geloof gekomen zijn? Is het dan niet gemeen als die verloren zouden gaan? Zo denken en praten wij. Maar wat zegt de Bijbel? Allereerst dit: De hele wereld is voor God doemwaardig, want ze hebben allen gezondigd en missen de heerlijkheid van God (Rom. 3:19, 23). Wat dat betreft, kan niemand rechten laten gelden. God is dan ook nooit ‘gemeen’, maar altijd rechtvaardig en genadig. Verder schroomt Paulus niet te zeggen dat God met vlammend vuur wraak zal nemen over hen die God niet kenden, en over hen die het evangelie van onze Here Jezus Christus niet gehoorzaam zijn en dat zij als straf eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Here… (2 Thess. 1:8, 9). Dat lijkt me te ernstig om te bagatelliseren.
Tegelijk zeg ik ook: het laatste woord over hen die er niet van hebben gehoord, is niet aan ons, maar aan God. Bovendien zei Jezus over kinderen van het verbond: ‘Het zal voor Sodom en Gomorra verdraaglijker zijn in het oordeel dan voor de stad die niet wil luisteren naar het evangelie.’ En heeft Hij in die aangrijpende gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus niet laten zien dat het oordeel ook zal gaan over alle aangedane en ondergane onrecht? Hij zei tegen de rijke man, die alleen voor zichzelf had geleefd: ‘Jij hebt je deel gehad.’ En de arme, Lazarus (betekent: God ontfermt Zich), die onder de voet was gelopen, werd in Gods erbarmen opgenomen. Hoe dat allemaal zit? Dat laat ik met een gerust hart over aan mijn Vader. Hij is Rechter, Die oneindig rechtvaardiger en oneindig genadiger is dan wij zijn. Intussen komt het voor ons maar op één ding aan: niet dat wij inzage zoeken te krijgen in hoe het anderen vergaat, maar dat wij strijden om zelf in te gaan.
Maar wij rijken, ach, wij blijken
hard en onverstoord. Open onze oren,
Heer, opdat wij horen ’t roepen aan de poort.
(Lied 718:3, LB)
Uit: De hemel dichterbij, door ds. P.J. Visser