Thuiskomen

Mattheüs 25:21

Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe slaaf, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer.

Dat de hemel een wachtkamer is, neemt niet weg dat daar al heel veel zichtbaar wordt van het heil waar de nieuwe schepping straks vol van zal zijn. Het is te vergelijken met Zwitserland in de Tweede Wereldoorlog. Zwitserland was een vrij land, met alle goeds van dien, terwijl overal oorlog was, met alle ellende van dien. Wie dat land bereikte, liet de strijd en de narigheid achter zich en kwam daar in een oase van rust. Voor hem of haar was het geen bezetting, angst, honger en strijd meer. Zo is het ook met de hemel. Wie sterft in de Here en de hemel binnengaat, laat het strijdperk van dit leven achter zich. Hij ontvangt en ervaart persoonlijk de verlossing en deelt al volop in Gods heerlijkheid, maar daarbuiten duurt de ellende nog voort en heerst er nog volop strijd. Buiten is Christus nog steeds in gevecht met alle tegenkrachten. De beslissende slag moet nog komen: het eindgericht dat tot de overwinning leidt.

Wat houdt die hemelse zaligheid nu precies in? Wat zegt de Bijbel erover?
De Bijbel ziet ons sterven als een ‘thuiskomen’ (vgl. Joh. 14:2 en 2 Kor. 5:1). Het is een direct vervolg op en volle vervulling van de relatie die er was: wie hier kind aan huis werd, komt dan en daar voorgoed thuis. Van Hem uit was die relatie al volmaakt in Zijn vergevende liefde, in Zijn vasthoudende trouw, in Zijn dagelijkse nabijheid, in Zijn eindeloze zorg. Van mij uit was die relatie echter nog onaf. Ondanks dat ik Hem liefhad, ontbrak er van alles: ik ging mijn eigen gang en hield Hem op afstand. Ik kon er lang niet altijd goed bij en liet Hem soms lelijk wachten of links liggen. Maar als ik thuiskom bij Hem, is dat allemaal voorbij… voorgoed. Ik zal Hem kennen en met Hem omgaan zoals ik door Hem gekend ben en Hij met mij omging.

Al wat ik doe, al wat ik wil, het is te zwak, te koud,
maar sterk en vurig wordt de ziel wanneer zij U aanschouwt.
(Lied 512:4, LB)

Uit: De hemel dichterbij, door ds. P.J. Visser