De Herder en Zijn doel
Johannes 10 1 Werkelijk, Ik verzeker u, wie de schaapskooi niet binnengaat door de deur maar ergens anders naar binnen klimt, is een dief of een rover. 2 Wie door de deur naar binnen gaat, is de herder van de schapen. 8 Zij die vóór Mij kwamen waren allemaal dieven en rovers, maar naar hen hebben de schapen niet geluisterd (NBV21).
Wat wilt u van mij? Die gedachte komt wel eens in mij op. Er wordt aangebeld en ik doe de deur open. De beller valt met de deur in huis. Meneer, u zit niet op mij te wachten, maar mag ik een paar minuutjes van uw tijd? Het gaat om iets heel belangrijks, een goed doel of zo! Ik word totaal door hem overvallen. Voordat ik het weet heb ik iets getekend en zit ik er voor een aantal maanden aan vast. Heeft de beller zelf er ook belang bij? Soms hebben mensen een sticker: ‘Aan de deur wordt niet gekocht!’
De tekst gaat over herders die over de muur klimmen en niet via de deur binnen komen. Herders met verkeerde bedoelingen. Zij willen roven en stelen. Zij hebben geen goede relatie met de bewaker. Zij omzeilen hem juist. Hun doel is niet zuiver. Zij zijn uit op eigen gewin.
Zulke lieden zijn een gevaar voor de schapen van een goede herder. In ons land worden steeds meer wolven gesignaleerd die regelmatig schapen verwonden en doden. Boeren zijn daar niet blij mee en herders zetten alles op alles om deze vijanden bij hun kudde weg te houden. Welke gevaren bedreigen mij? Wie loert er op mij?
Ik wil proberen een paar rovers en dieven aan te wijzen, die een gevaar voor mij vormen. Mijn hebzucht kan mij beroven van mijn gemoedsrust. Jaloersheid kan mij heel lang beheersen. Wantrouwen maakt mij niet gelukkiger. Ik laat het even hierbij. Deze dingen kunnen mij zo lang en zo intens bezig houden dat ik er dagenlang mee vervuld ben en zelfs in de nachten er niet los van kom.
Hebzucht, jaloersheid en wantrouwen geven geen rust. Wat wel? Of wie? De herder die door de deur, via de bewaker, naar binnengaat. Dat is een herder die het echt om de schapen te doen is. Hij heeft hart voor hen. Hij bedoelt niet zichzelf, is niet jaloers en uit op eigen gewin. Wie dat is?
Dat is de Zoon van de Vader, die de Vader kent en de Vader kent Hem. Hij is uniek. Hij is de enige. Hij heeft maar één doel: de zaligheid. Hij geeft geborgenheid, veiligheid en blij vertrouwen. Zonder enige reserve mag ik mij overgeven aan Hem. Dat troost mij. Dag en nacht, voor nu en altijd, voor mijn lichaam en mijn ziel. Zijn doel is mijn vrede.
Ds. Fré van Roest