De Herder heeft een stem
Johannes 10:4 Wanneer hij al zijn schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen hem omdat ze zijn stem kennen. 5 Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen (NBV21).
Zij was altijd pienter en zeer attent. Haar leven stond in het teken van dienen. Tot op hoge leeftijd trok zij zich de nood van anderen aan, maar nu kan ze niet meer. Ze is verward geworden en kan over kleine dingen, die zij vroeger in een hand omdraai deed, lang tobben. Zij vertrouwt mij toe dat zij zich zorgen maakt over haar toekomst, de weg van het geloof achter Jezus. Juist nu kan zij zich niet voorstellen hoe dat zal gaan. Ik vertel haar dat Jezus het werk dat Hij begonnen is, afmaakt. Zij kan zij zich dat bijna niet voorstellen.
Op dat moment pak ik de bijbel erbij. Ik lees de bekende teksten over de Goede Herder. Jezus zegt: ‘Ik ben de Deur van de schapen’ en ‘Ik ben de goede Herder’.
Aan het begin van Johannes 10 spreekt Jezus over ‘zijn stem’. Het beeld is dat van een herder die via een bewaker zijn schapen in de beschutting van de stal brengt. De schapen, die de herder bij name roept, mogen naar binnen. Zij kennen zijn stem. Zij horen hun naam noemen die de herder hen gegeven heeft. Dat klinkt vertrouwd. Op een ander moment noemt de herder weer hun naam en zij volgen hem naar buiten. Kortom: schapen luisteren naar zijn stem, zij kennen zijn stem en de stem van een vreemde kennen zij niet. Hun gehoor is afgestemd op de stem van de echte herder. De herder neemt het woord en heeft zorgend de leiding. De schapen kunnen op hem aan.
Als deze bewaker de Vader is, is de herder Zijn Zoon, Jezus Zelf. Hij is herkenbaar aan Zijn vertrouwde stem. Hij geeft namen en noemt hen bij hun naam. Steeds meer gaan zij die stem herkennen. Het is een stem uit duizenden. Hun naam is hun gezamenlijk geheim. Wat betekent dit voor mij?
Jezus roept mij bij mijn naam, als geen ander. Zijn stem alleen volg ik. Hij bewaart mijn ingaan en uitgaan. Hij zorgt voor mij als de allerbeste herder.
Wij leven in een verwarrende tijd. Soms raakt de verwardheid mij. Door ouderdom, door ziekte, door zorgen kan ik mij niet meer voorstellen hoe een en ader goed moet komen. De vraag is zelfs: ‘Is mijn geloof wel voldoende?’ Deze gelijkenis vertelt mij, dat Hij die een goed werk begonnen is, dat ook afmaakt. Hij laat nooit los het werk van Zijn handen. Ook voor mij. Hij kent mij bij naam en ik ken Zijn stem.
Waar het nu op aankomt is dat ik blijf luisteren naar Zijn stem. Volgen heet dat. Hij blijft mijn naam noemen. Hij kent de mij. Hij maakt Zijn werk voor mij af. Hij brengt mij veilig thuis, in het huis van de Vader. Alleen Zijn stem volgen. Een stem uit duizenden, die stem is die van de enige goede Herder.
Ds. Fré van Roest