De Herder en het volle leven
Johannes 10,10b: ‘maar Ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid’.
Het volle leven. Leven in overvloed. Geld maakt niet gelukkig. Veel geld nog minder. Toch heb ik bij overvloed en volheid een idee van ‘het kan niet op’ en ‘eindeloos genieten’.
De nieuwste vertaling (NBV21) gebruikt in tegenstelling tot oudere vertalingen het woordje ‘volheid’. Overvloed is veel en misschien wel heel veel. Mogelijk is het te veel. Volheid geeft aan dat iets vol is, dat het compleet is. Niet te vol, maar ook niet te weinig. Vol is vol. Er ontbreekt niets aan.
In het verband van de gelijkenis spreekt Jezus over dieven en rovers die geen gebruik maken van de deur om een schaapskooi binnen te komen. Zij hebben niet de schapen op het oog en hun welzijn. Zij zien schapen als een prooi. Zij hebben geen hart voor de schapen, maar alleen oog voor zichzelf. Onwettig, liefdeloos, wreed, tijdelijk, korte termijn denken, onbarmhartig en misbruik. Dat zijn de woorden die passen bij hun handelwijze. Zakkenvullers, zij gaan over lijken, gedragen zich als parasieten. Zij rekenen met volle schuren en overvloed. Als de rijke dwaas. Schuur en schuur en dan sterft hij. Overvloed, maar wat heb ik dan?
Jezus biedt als herder ‘leven in volheid’. Je kunt ook zeggen: ‘genoeg’. Elke dag gaan de schapen uit en in. Er is gras en er is water. Er is veiligheid en rust. Het ontbreekt hen aan niets. Psalm 23 zingt er van.
Het lijkt op de woestijnreis van het volk Israël. Elke dag manna en kwakkels. Veertig jaar lang ontbrak het hen aan niets. Sandalen verteerden niet. Opent uwe mond, eist vrijmoedig, alles wat u ontbreekt. Heeft het mij aan iets ontbroken?
Zelfs met een scherpe doorn in zijn vlees heeft Paulus genoeg. Hij smeekt om herstel, genezing en het wegnemen van die scherpe prikkel. Het enige antwoord dat hij krijgt, is ‘genade is genoeg’.
Leven in volheid is leven van genade. Leven in het vaste vertrouwen dat het mij aan niets zal ontbreken. Opvallen in de tekst dat Jezus zegt ‘Ik ben gekomen om dat volle leven te geven’. Dat is een belofte om uit te leven. Deze belofte vraagt elke dag om geloof en wordt elke dag vervuld. Dat heeft Hij beloofd.
‘Mijn god, mijn herder, zorgt voor mij,
wijst mij een groene streek
daar rust ik aan een stille stroom –
en niets dat mij ontbreekt’. (Liedboek 23c,1)
Ds. Fré van Roest