Van front- tot strontberichten in advent
Dat woord gebruik ik eigenlijk nooit. Ik krijg het nu ook niet meer uit mijn pen. Eén keer is voldoende. De verwarring is alom.
In de politiek debatteren negentien partijen vanuit hun eigen ego. Constructief opstellen is blijkbaar iets wat gaandeweg geleerd wordt, maar sommigen leren het nooit. In de zorg verschiet men van kleur en hopelijk gaat men niet op zwart. Het is wel alle hands aan bed. In de kerk lijkt men volgzaam, hoewel er ook gemurmureerd wordt, als ooit in de woestijn. Dat duurde trouwens nog een poosje langer. Goede relaties in familie en gezin schuren en we praten maar niet meer verder. En dit allemaal in Advent.
De pandemie leidt tot fronten. Eerst ben je een held, nu storten velen vuil en gram over je uit. Ministers, ambulancepersoneel, politieagenten krijgen dreigementen naar zich toe, stenen, mails of gewoon ‘je kunt regelen wat je wilt, maar we doen het niet’. Beveiliging is nodig. En dit in Advent.
December is een feestmaand. Voor de tweede keer moeten ik rekening houden met beperkingen. De anderhalvemeter en vier gasten beperken mij in de plannen. Of ik kies voor 1G, 2G of 3G lost het niet op. Ik ben misschien wel duurder uit. Hoe kom ik aan dat gevoel van Advent?
Naar de Bijbel. Advent verandert mij. Hopelijk. Ik lees rondom de geboorte van Jezus over mensen die ‘rechtvaardig’ heten. Een mooi woord. Prachtig inhoud. Mogelijk niet direct te vatten. Als ik weet wie er zo genoemd werden, krijg ik er wel een beeld bij. Simeon en Anna. Zacharias en Elisabeth. Maria en Jozef. Mensen die zich inhielden totdat zij uitbundig konden zingen en getuigen. Zij hadden leren wachten of leren luisteren. Zij hadden iets met de Heilige Geest of Deze had juist iets met hen. Zij werden gecorrigeerd. Zacharias was een periode stom. Van hen werd volharding gevraagd. Soms kwamen er dromen en engelen aan te pas. Zo groeide Advent.
Rechtvaardig. Dat is voorzichtig. Dat is Godsvrucht. Dat is geen angst, maar vrees. Zij deden stapjes terug. Zij wachten om te dienen. Zij waren beschikbaar en gaven zich over. Jozef is uit de droom geholpen en hij noemt zijn zoon, de Zoon van de Allerhoogste, Jezus. Maria buigt en geeft zich over: laat met mij gebeuren, zoals is gezegd, mij geschiede naar Uw woord. Rechtvaardig zijn is Advent.
Het Evangelie snoert mij de grove mond en maakt mij fijnbesnaard. Het leert mij buigen en dienen, volgen en loven. Het doet mij vluchten naar Egypte, maar brengt mij uiteindelijk in een land van melk en honing. Jezus volgen is minder worden. Gelijkvormig. Ik leer bidden, verwachten en vertrouwen. Ik word zalig gemaakt. Dat geeft Advent.
De kerk, de gemeente, de gelovige voorop. Geen demonstratie, maar getuigenis. Soms ligt er een lofzang op mijn lippen, dan weer is in stilte de lofzang tot God.
Wie een zoon aan het front had, hing een ster op. God de Vader heeft zijn Zoon aan het front. Van Hem mogen wij berichten. Vaders frontbericht in Advent. Die zalig maakt van zonden. Zo word ik ontvankelijk. Zalig.
december 2021
Ds. F. van Roest