Mantelzorg
Bij het naderen van de dood gebeuren ware dingen. Paulus weet (2 Timotheüs 4,6) dat hij niet zolang meer te leven heeft. Hij is gevangen in Rome en hij zal spoedig ‘losgemaakt’ worden. Zijn leven zal als een ‘plengoffer’ uitgegoten worden. In deze laatste dagen van zijn leven schrijft hij deze tweede brief aan Timotheüs. Markus en Lukas zijn bij hem. Hij doet een dringend appèl op Timotheüs: Kom voor de winter en neem mijn mantel mee, die ik in Troas heb laten liggen.
Paulus voelt zich verlaten, het is koud en voorziet zijn einde. Nu heeft hij behoefte aan mensen die nabij zijn. Mantelzorgers.
Juist dan, als mantelzorg nodig is, wordt het bestaan van mensen kleiner en kleiner. Het komt er op aan. De laatste vragen komen aan de orde. Mensen nemen afscheid. Soms klinkt er een helder getuigenis. Schuld wordt beleden. Zonden vergeven. Niet zelden gaan mensen zingen. Conflicten worden bijgelegd. Het geloof krijgt glans.
Het lichaam van een alleenstaande was brozer dan ooit, maar er werd gezongen ‘Abba Vader’. Een moeder op zeer hoge leeftijd, alleen nog een zoon, vertelde met uiterst zwakke stem ‘Ich bin in des Herrn Hut’. Dat was haar vaste overtuiging sinds haar ‘Konfirmation’. Een uiterst kwetsbare vrouw zegt zeer te verlangen naar Jezus, want zij weet ‘haar Verlosser leeft’.
De tijd van de mantelzorg is ‘Quality time’, is van geweldige kwaliteit. Dan gebeuren die dingen waar je lang tegenop ziet, naar uitziet en heel lang op kunt terugzien. Het leven is smal, kort en diep geworden. Terwijl het leven uitgeperst wordt, schittert ineens iets van diepgeworteld en zwaar doorleefd en overwinnend geloof.
Paulus zei het ook: ik heb de goede strijd gestreden, de loop beëindigd, het geloof behouden en nu zal mijn rechtvaardige Rechter mij de krans der gerechtigheid geven (2 Tim.4,7.8).
Doorgaans zijn wij onder de indruk van prestaties, van glamour, geld, goed, succes en reputatie. Wij scharen ons graag bij de ‘volgers’ en liften mee op successen, faam en naam. Helaas is de realiteit vaak opgaan, blinken en verzinken. Een ‘kater’ volgt niet zelden.
december 2022
Ds. F. van Roest